Onder haar vleugels…
De angst druipt in dikke druppels
op de kille grond van mijn hart.
Regen, storm en donderklappen
en niemand weet waar gekropen.
Onderdak, onder zeil of gewoon
onder de blote hemel,
ik blijf altijd maar weer alleen achter.
Als een kind zonder eigen gedachten
op een regenachtige dag en geen liefde
waarop ik zit te wachten.
Bliksemschichten flitsen langzaam luid
versmachten mij in achtergronden
waarin niemand zich verschuild
en doelloos schop ik tegen schenen,
denk aan heel wat andere dingen.
Hoe ver kan iemand gaan, deze keer,
doet de onmenselijke pijn zo veel meer zeer
of blijven wij lachen, blijven wij allemaal
kerstliedjes zingen, zingen tot de dood
ons met veel plezier zich in zijn armen neemt.
Bang dat ik nu alles zie door een zwarte bril
kijk ik naar het water en luister hoe de meeuwen
zich zelf opnieuw naar het eten toe schreeuwen.
Maar banger dan voor de laatste woorden die mijn moeder
mij in mijn oren fluisterde, geef ik ze mijn garnalen
die ik kocht op de vismarkt.
Mocht ze niet gestorven zijn, ze verweet mij
mijn kleinzerigheid, de lieve schat.
Mag ik voor haar wenen denk je,
mag dat?
esteban 28 december 2020