het duurde zolang zoiets duurt
langer dan een ogenblik, korter dan een eeuwigheid
gevangen tussen binnentijd en buitentijd met
een vaste periode tussen aankomst en vertrek
zo bevroren als ijs, zo hard als graniet
geen speld tussen te krijgen
‘ergens moet je een grens trekken’
daar stonden we dan
de telefoon thuis laten liggen
de sleutel kwijt
staande in het moment voor
een gesloten deur