Zo zijn dus al die dichters…
in Oostende staat de waarheid op het einde geschreven.
Vissers die dag en nacht de weg zoeken op het water,
veel te veel vriendinnen om te beminnen,
ik blijf meestal achter met een kater.
Maten en vrienden die me heel dikwijls haten
bijna bejaard en over behaard, de liefde ontloken
maar leugens hoor je hier niet meer,
die heb ik opgespaard en in een potje gestoken.
Ik verzamel iedereen tegenwoordig, jong of oud
allemaal vliegen ze er in, ongerijmd en boos.
Zelfs in de diepste kloof van mijn ziel zijn ze koud
en kil en hopeloos vergleden tot een illusie.
Hoe kan ik ooit mijn gedachten omzetten in daden,
hoe gun ik mijn aanwezigheid de rust die nodig is
terwijl ik ieder ogenblik enkel jou afwezigheid zie?
Die kille angst gaat niet in een wit kleedje gehuld!
Want wat juist uit het hart had moeten komen,
hoezeer ik me ook van jou afkerigheid bewust ben,
komt nu uit de waangedachte dat jij me graag zie.
Niets kwelt mij meer dan het spiegelbeeld waarop ik lijk.
Dat die waarheid me zelfs tot wanhoop zal brengen
omdat elke grimas die ik maak de leugens ontmaskert
zal iedere droom met stomheid geslagen worden.
Van waar komt dit besef zo plotseling? Nergens van dus!
esteban 6 mei 2021