HET VERRE LICHT
De dag is hongerig begonnen
een hapje rijst met wat groen
op een stukje pisangblad
De middagslaap heeft de loomheid
de landerigheid bedwongen, maar
de pijn aan zijn benen weer begonnen
De schemering duurt kort in de tropen
Een voor een floepen de sterren aan
in haar eerste kwartier gloeit de maan
Wat heeft hem in de nacht wakker gemaakt,
de stemmen van moeder en zijn kinderen?
Een ster komt dichterbij en engelen zingen
Hij ziet vagelijk hun gezichten verschijnen
terugvinden, die hij verloren heeft, hij zal er
een streep onder zettten en opnieuw beginnen