Kind te water, kind te water!
zijn kin verdwijnt al in het water
hij trappelt vergeefs in de koude Zaan
en zinkt, want hij heeft geen zwemvest aan
Hij ging al meermaals kopje onder
maar dan voltrekt zich een klein wonder
Want papa komt zwemmend aangesneld
en is nét op tijd, hij is een held
De toeschouwers op de kade
en in de pannenkoekenboot
slaken een diepe, diepe zucht
Ze zijn, net als papa, enorm geschrokken
maar vooral héél erg opgelucht