Hield je van een grote afstand onder de loep in je besloten groep
Wekenlang had je me niet in de gaten en waren jullie in alle staten
Voelde dat je niks moest hebben van een beroep, je stond op de stoep
Je opleiding had je verlaten door over het domste venijn te praten
Je groepsleden gingen steeds zachter mompelen en geheimtaal onderdompelen
Je klonk voor mij trager, van hevig verlangen naar jou werd ik mager
Mijn liefde ging bijna verschrompelen zodat ik naar jou ging
strompelen
Besloop jou steeds meer als een bange jager en als je zwakste drager
Mijn liefste lens was gericht door je te verblinden met maanlicht
Hiermee had je plots het licht in de duisternis gezien, zo schots
Besefte dat de groep in een gesticht hoorde en weg zoefde je, onverricht
Groepsleden renden je achterna vol trots maar strandden op een rots
Als ik niet had gesprongen op de nachttrein was ik afgegleden in het ravijn
Op de couchette viel ik doodmoe in slaap en droomde ik van onze amourette
Onbeantwoorde liefde deed pijn totdat ik je trof op het stationsplein
'Jij bent de enige op deze wereld die me voor de ondergang belette', zei ze waarmee ze al haar reserves naar mij plette