Zoals ik jou ken, ken ik de lente. En zij
Doet haar warmte en licht zachtjes dwalen
Over de aarde en haar steden. In één van die steden
Leef ik. Ik hou van je warmte en je licht
Wanneer ik alle ramen van mijn huis openzet, dan
Hoor ik je stem met de luchtstromen te binnenwaaien.
Ik luister bedachtzaam naar wat je vertelt, en
Ook dan; ik hou van je liefelijke klanken
Zo blijf ik dan een tijdje stil zitten, denkende aan jou
In alles je doet en zegt, want ik zie je niet. Tot ik
Naar buiten stap en jij mij vult met je hele wezen
Die ik graag om me heen heb. Ik hou van wie je bent.