De schemerlamp
Er staat al vele jaren
Naast de grote stoel
Een staande schemerlamp
Met erg veel lichtgevoel
Hij verspreidt een heel zacht licht
Maar met een knopje bij de kap
Wordt het licht veel feller
En dat is reuze knap
Je kan nu bij zijn licht
Breien, lezen of borduren
Hij vindt dat heel gezellig
Ook al duurt het soms wel uren
Als het ’s avonds bedtijd is
En iedereen zit te gapen
Dan wordt de lamp op 'uit' gezet
En kan ook hij gaan slapen
Hij weet veel van de mensen
Die wonen in dit huis
Er zijn ook kinderen
Die komen soms laat thuis
Dan is de moeder ongerust
En blijft de lamp ’s nachts aan
Totdat iedereen weer thuis is
En ze eindelijk naar bed toe gaan
Maar toen werd alles anders
Er kwam iets nieuws in huis
Ze noemden het een televisie
En iedereen zat voor de buis
Naar hem werd niet meer omgekeken
Hij verspreidde nog slechts licht
Maar niemand zat bij hem te lezen
Alle boeken bleven dicht
Hij voelde zich verwaarloosd
En in de steek gelaten
Hij zou hierover toch heel graag
Met iemand willen praten
Ze hebben nu de lamp verteld
Dat elke tijd verandering zal geven
Daar is helaas niets aan te doen
Dat hoort nu eenmaal bij het leven
De lamp berustte in zijn lot
Er zat voor hem niets anders op
Maar hij zette uit balorigheid
Zijn knop ‘fel licht’ voorgoed op ‘stop’