De worm die zich slang waande.
Er was eens een worm die droomde over het hebben van zicht. Blind geboren vroeg hij zich altijd af hoe het zou zijn om te kunnen zien. Hij voelde de zon op zijn huid schijnen, regendruppels glijden en de wind langs zijn wangen strijken, maar dat was niet genoeg. Worn Aartje besloot er zijn levenswerk van te maken om te kunnen zien.
Toen Aartje ter ore kwam dat er aan het eind van de eufraat een mier woonde die over het zicht-elixir beschikte, aarzelde hij, ondanks alle gevaren, geen moment. Tegen al de goedbedoelde adviezen en waarschuwingen van de wormfamilie in, vertrok hij met enkel zijn kloekmoedige wil!
Dapper en vastberaden, trotseerde Aartje vele gevaren; gifkikkers, heksen, trollen en vliegende draken. Eenmaal aan het hoofd van de eufraat, weliswaar door de reis gehavend, klopt Aartje aan. “Wie is daar?” antwoordde een krakkemikkig stem van achter de deur. “Ik ben Aartje de Worm, mijnheer en ben van ver gekomen om u naar uw gunsten te vragen.”
Na een poos stilte ging de deur langzaam open. Een kleine verschijning verwelkomd Aartje met een nerveus lachje. “Kom verder in mijn nederig stulpje en vertel mij waarmee ik u van dienst kan zijn.” Aartje voelde zich de koning te rijk en stapte met vaste tred naar binnen.
"Hmm lastig,” zei de mier al tikkend met zijn pootjes. “Ik kan u wel zicht verschaffen maar dan moet u wel onverschrokken genoeg zijn om daarna een zwerm regenwulpen te temmen. En mocht u niet slagen dan zal u het zicht weer verliezen en voor altijd in de aarde blijven kruipen.”
Aartje aarzelde geen moment, niet wetende dat de listige mier zijn kans schoon zag. Zodra de worm de zwermen hongerige vogels ziet zal hij bang worden en zich voor eens en altijd terugtrekken in de aarde en voor de kleine mier ondergrondse gangen graven.
De mier pakte een flesje en een spiegel uit de kast “Neem hier een slokje van”, zei de mier terwijl hij de vergrootspiegel voor de worm hield. Aartje nam een teug en keek voor het eerst recht in zijn eigen spiegelbeeld. “Wow, ik ben een slang!"
riep Aartje uit. Zwaar onder de indruk van zijn gestalte naast die van de kleine mier meende Aartje de wereld aan te kunnen. “Kom maar op met die regenwulpen!”
En wederom vertrok hij met zijn kloekmoedige wil, maar dit keer wel met zicht om de vogels te temmen. Toen Aartje tegen het ochtendgloren aan zijn kop boven een molshoop uitstak, zag hij angstaanjagend klauwen en snavels.
Nog voordat de vogels Aartje zagen, dook hij terug de pikdonkere aarde in en graaft sindsdien blind gangen voor de kleine mier.
(Dierenverhalen. Vingeroefening)
mima: | Woensdag, december 27, 2023 08:59 |
Ah lieve mensjes dank jullie wel voor het lezen en de reacties. Heb jullie wel een beetje gemist haha 😘 | |
Compostje: | Woensdag, december 27, 2023 07:57 |
Mooi waardevol verhaaltje | |
Ineke Dijkhuis: | Woensdag, december 27, 2023 02:03 |
Graag gelezen. | |
Aquarel: | Dinsdag, december 26, 2023 23:22 |
Heel goed geschreven, erg leuk om te lezen. Liefs, Aquarel |
|
EXPLICIT: | Dinsdag, december 26, 2023 20:50 |
Piggelmee de koffiefluisteraar blijft geweldig. | |
september: | Dinsdag, december 26, 2023 20:48 |
Mooi verhaal Mima. Ik heb genoten. Liefs | |
teun hoek: | Dinsdag, december 26, 2023 17:20 |
helaas.th | |
Auteur: mima | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 26 december 2023 | ||
Thema's: |