Burenhulp
 
In een dorp hier ver vandaan, woont een hondenfamilie naast een kattenfamilie. De familie Poedel is rijk en deftig. Ze hebben vier kinderen, vier goed opgevoede puppy’s. Ze wonen in een mooi huis, met een goed onderhouden tuin en een prachtig grasveld.
Maar dan het huis van de buren! Het huis van de familie Kat met hun vier drukke kittens. Meneer Poedel ergert zich groen en geel aan die kleine katjes en aan hun huis en tuin.
‘Wat een zootje ongeregeld is het daar,’ zegt hij boos tegen zijn vrouw, ‘Moet je toch eens zien! Het grasveld lijkt wel een grote kattenbak, zo erg is het omgewoeld! Die kinderen rennen overal maar doorheen. Ze hebben een  armoedig huis, de verf schilfert er aan alle kanten van af. Daar moeten wij dan naast wonen.’
Hij zegt tegen zijn kinderen: ‘Ik wil niet hebben dat jullie met die kinderen van hiernaast spelen. En jullie mogen er al helemaal niet naar binnen, stel je toch eens voor dat jullie daar vlooien krijgen en die hier mee naartoe nemen.’
Mevrouw Poedel rilt, o nee, geen kattenvlooien in haar schone huis.
 
Als ze elkaar op straat tegenkomen, zegt de familie Kat altijd vriendelijk goedendag. Maar meneer en mevrouw Poedel doen net of ze niets horen. Ze kijken de andere kant op en lopen met hun neus in de wind verder.
Hun kinderen daarentegen zouden maar wat graag met de kinderen van de buren willen spelen. Ze kijken met jaloerse blikken naar het plezier dat de katjes hebben in hun heerlijke, rommelige tuin.
 
In het kruidenierswinkeltje van mevrouw Hamster is het altijd gezellig druk. Je kan er van alles kopen en je kan er altijd heerlijk de laatste roddels bespreken.
Mevrouw Hamster wordt het wandelend nieuwsblad genoemd, want ze is op  de hoogte van alles wat er in hun dorp gebeurt en vertelt dat graag verder.
De familie Poedel komt nooit in de dorpswinkel. Nee, zij gaan naar de stad om hun boodschappen te doen.
‘Ze vinden ons te min,’ zegt mevrouw Konijn smalend.
‘Ja,’ zegt mevrouw Haas, ‘waarom verhuizen ze niet naar de stad? Ze horen niet in ons fijne dorp.’
‘Wij zijn niet deftig genoeg,’ zegt mevrouw Hamster.
‘Poeh, wat verbeelden ze zich eigenlijk wel?’ zegt mevrouw Eekhoorn.
 
Op een dag is Mevrouw Poedel naar de kapper geweest en ze besluit om een wandeling te maken in het bos dat vlakbij het dorp ligt. Maar opeens struikelt ze en valt!  Als ze probeert op te staan lukt dat niet, haar voorpoten doen erg pijn, ze kan er niet op staan. Wat nu? Ze roept en roept, maar niemand hoort haar.
Ondertussen kijkt meneer Poedel voor de zoveelste keer uit het raam. Waar blijft zijn vrouw nou? Het is allang etenstijd. Zijn kinderen zitten netjes naast elkaar op de bank.
Opeens piept de oudste: ‘Mamma zei, dat ze naar de kapper ging.’
‘Waarom zeg je dat nu pas!’ buldert meneer Poedel.
‘Wij mogen toch alleen maar iets zeggen als u ons wat vraagt,’ zegt de jongste.
Meneer Poedel belt de kapper en hoort dat zijn vrouw al uren geleden is weggegaan. Nu is hij pas goed ongerust. Ook al heeft hij geen contact met de buren, toch besluit hij om erheen te gaan om te vragen of die zijn vrouw misschien gezien hebben.
 
Mevrouw Kat doet open en als ze ziet wie er voor de deur staat, is ze stomverbaasd.
‘Meneer Poedel…u hier? Wat is er aan de hand?’
Als ze hoort, dat mevrouw Poedel niet is thuisgekomen, roept ze haar man erbij. Meneer Kat neemt meteen de leiding, pakt zijn telefoon en begint te bellen. Binnen de kortste keren heeft hij een hulpexpeditie in gang gezet. Een poosje later staat zijn tuin vol met dieren, die willen helpen zoeken.
Ze gaan op weg en na wat een eeuwigheid lijkt, vinden ze mevrouw Poedel, huilend, liggend op de grond. Gelukkig was meneer Kat zo slim om een kruiwagen mee te nemen, voor je weet maar nooit.
Mevrouw Poedel wordt in de kruiwagen gezet en naar huis gereden.  Groot is de opluchting en blijdschap dat ze weer terecht is. Dokter Das was intussen ook gekomen en constateert twee verstuikte voorpoten, waar ze een poosje rust mee moet houden.
Meneer Poedel zegt tegen iedereen dat er de volgende dag in zijn tuin een groot feest is voor alle dieren en hun kinderen om ze te bedanken voor alle hulp. Het wordt een prachtig feest, waarop de familie Poedel vriendschap sluit met de familie Kat en met alle dorpelingen.