Slot en grendel
Waarom heeft‘ geluk mij vergeten
Waardoor ik eeuwig stil zal staan,
In de lange luwtes van het leven,
Wat brengt mij toch om door te gaan.
Ik wacht nog steeds op dat ene beetje,
Dat ene beetje hoop van zegen,
Dat ik ooit vooraan zal staan,
Voor, aan de poorten van het leven.
Ik denk al aan die ene dag,
dat al het geluk voor mij zal staan,
en dat deze periode van mijn leven
achter slot en grendel zal gaan.