Krapte op de woningmarkt
Er is krapte op de woningmarkt voor vogels. De vogels hadden al eens de kopjes bij elkaar gestoken om een oplossing te vinden. Iedere vogel wilde graag zijn eigen nest, zonder inwoning. Een aantal vogels is het gelukt om een nestkastje in een tuin te bemachtigen.
Een paar vogels zitten even in een boom uit te rusten, voordat ze weer naar hun kleintjes gaan om ze te voeren.
‘Hebben jullie die leuke nieuwe nestkastjes al gezien, die er in sommige tuinen in onze stad staan?’ vraagt het roodborstje.
‘Die zijn heel mooi, maar je moet er snel bij zijn, anders is een ander je voor,’ zegt de mus.
‘Wij komen al een paar jaar in dezelfde tuin in een prachtig nestkastje. Precies geschikt voor ons en onze kleintjes,’ zegt het koolmeesje.
‘Vinden jullie het ook zo’n drukke tijd, als de kleintjes er eenmaal zijn?’ verzucht het roodborstje.
‘Praat me er niet van,’ zegt het koolmeesje, ‘wat een hongerlappen zijn dat. We zijn uitgevloerd als ze eenmaal uitvliegen.’
‘Maar ze zijn wel lief, hè? Ik vind het altijd moeilijk als ze het nest gaan verlaten,’ zegt het roodborstje.
‘Daar hebben ze een naam voor,’ roept het musje, ‘even denken. Ja, ik weet het. Ik heb de mensen daar weleens over horen praten, als ze in de tuin zaten en ik daar toevallig ook was. Ze noemden dat het lege nest syndroom. Nou, daar weten wij alles van, hè? ‘
Ze knikken allemaal, ja, daar weten ze alles van.
‘Kom, ik ga maar weer eens verder met eten zoeken voor mijn kleintjes,’ zegt het koolmeesje.
‘Ja, wij ook. Tot morgen, hè? Zelfde tijd, zelfde boom.’
En ze vliegen weg.