Het college van dokter Konijn
Het is druk op de open plek in het bos. Dokter Konijn zal een college geven over gezonde voeding. De meeste dieren uit het bos zijn aanwezig. Er zijn ook dieren op afgekomen, die niet in het bos wonen. Er zijn een paar koeien, een geit, twee ooievaars en een paar schapen en nog meer dieren uit de omgeving. Ze zijn allemaal nieuwsgierig naar wat dokter Konijn te vertellen heeft.
Als iedereen een plekje heeft gevonden, wacht de dokter tot het stil is en begint te praten. Hij zegt dat de meeste dieren niet gezond eten. Want ze eten te veel vlees, zoals insecten, muizen en andere beestjes.
‘Daarbij komt dat het allemaal levende schepsels zijn,’ zegt dokter Konijn, ‘en we moeten eerbied hebben voor alles wat leeft.’
Hij kijkt de kring rond, iedereen zit ademloos te luisteren.
‘Het zou goed zijn als alle dieren vegetariër zouden worden en geen vlees meer zouden eten. Zoals bijvoorbeeld de koeien, die gras eten.’
De koeien kijken triomfantelijk, zij doen het dus goed. Maar de andere dieren sputteren een beetje.
‘Bij ons eten ze allemaal kleine beestjes,’ zei de ooievaar, ‘al generaties lang.’
De andere dieren knikken. De meesten van hen eten al heel lang vlees.
‘Moeten we nu opeens allemaal alleen gras en blaadjes gaan eten?’ roepen de vogels.
‘Ho, ho,’ zegt een boom, die er vlakbij staat, ‘van mijn blaadjes blijven jullie af, die heb ik zelf nodig om te overleven.’
Er wordt veel door elkaar heen gepraat. De alleseters onder de dieren zeggen dat ze misschien wel wat meer planten kunnen gaan eten en minder vlees. De vleeseters zeggen dat ze willen proberen of ze planten en gras ook lekker vinden, maar dat ze ook vlees blijven eten. De planteneters luisteren alleen maar, want zij hoeven niets te veranderen, zij doen het goed.
Dokter Konijn is tevreden. Hij had niet verwacht dat alle vleesetende dieren opeens vegetarisch zouden gaan eten, maar ze denken toch na over hun eetpatroon. En dat was zijn bedoeling.