Gisteren had ik de wereld
Zomaar aan twee voeten die amper konden lopen
Ik keek naar de sterloze hemel en durfde slechts te hopen
Dat die het beter wist
Er waren zeventien deuren en ze stonden allemaal open
Ik staarde ze recht in de ogen
Gisteren had ik de wereld
Vandaag kan ik geen stap meer zetten
Als ik meer was dan mezelf
Dan had ik de tijd verbogen
Gelogen dat het anders kon zijn
Al had ik mezelf bedrogen
Dan dronk ik niet het bittere vandaag
Want gisteren had ik de wereld
Gisteren had ik de wereld. Dat zegt zoveel. Het gedicht proeft heimwee. Het is een mooi rakend gedicht in vorm en inhoud. Kracht voor de ziekte wil ik wensen.