Je was een reiziger, een Sinti
onrustig, zoekende, een bezige bij
Altijd onderweg op zoek naar handel
geen arremoe, dus geld verdienen, zei jij
Een Sinti met rood haar
handelen in 't bloed
alleen spullen
geen levende waar
das nie goed
Niet veel school, maar de wijsheid die je had
onbetaalbaar waren jouw verhalen
met een traan en een lach vertelde je je schat
niet in 't Hollands te vertalen
't rauwe Gronings was je moedertaal
eerlijk en rechtstreeks uit je hart
Je vrouw kon je lezen als een verhaal
voor anderen bleef je apart