De verlanglijstjes
Het is november en dat is een drukke tijd voor Sinterklaas en de Kerstman. De meeste verlanglijstjes zijn binnen en nu is het de tijd om de cadeautjes te kopen, ze in te pakken en de namen erop te zetten.
In het paleis van de Kerstman is alles in rep en roer. Want de verlanglijstjes zijn weg! Ze zijn nergens meer te vinden. De hulpjes van de kerstman, de kerstelfen, hebben overal gezocht. Maar ze zijn weg. Wat nu! Opeens krijgt een kerstelf een prachtig idee.
Hij zegt: ‘Weet je wat we moeten doen? Iemand moet naar het paleis van Sinterklaas gaan. Die heeft elk jaar een boek, waarin alle verlanglijstjes zitten. Want hij geeft net als wij cadeautjes. Ze hebben ze vast nog niet gekocht. Als we dat boek nu eens stelen, dan hebben we weer verlanglijstjes om iedereen blij te maken.’
‘Dat is dan toch zielig voor Sinterklaas? Dan kan hij de kinderen en de grote mensen niet geven wat ze willen,’ zegt een klein kerstelfje verlegen.
‘Nou, jammer dan. Dat is dan zijn probleem. Wie gaat naar Sinterklaas?’
De Kerstman kijkt eens rond en kiest dan een kerstelf, die naar het paleis van Sinterklaas moet gaan. Maar eerst moet hij zich verkleden, zodat hij op een hulpje van Sinterklaas lijkt. Hij moet er net zo uitzien als een Piet.
De kerstelf verkleedt zich en gaat met zijn rendier op weg om het boek van Sinterklaas te stelen. Als hij bij het paleis aankomt, is het daar een drukte van belang. De Plakpiet plakt alle verlanglijstjes in het Grote Boek. De Schrijfpiet zet de namen erboven. De Kooppieten praten over de winkels, waar ze alles gaan kopen. De Kopieerpiet heeft de lijstjes met namen gekopieerd. De voorbereidingen zijn in volle gang.
De verklede kerstelf heeft de gekopieerde lijstjes gezien en het Grote Boek. Hij moet dus niet alleen het boek hebben, maar ook de gekopieerde verlanglijstjes.
Als iedereen slaapt sluipt hij naar de kamer waar alles ligt, pakt het boek en de lijstjes en loopt zachtjes de kamer uit. Op de gang staat hij even stil, niets te zien en te horen, hij loopt de deur uit en rent naar zijn rendier, dat in het bos op hem wacht. Vliegensvlug vliegt hij naar het paleis van de Kerstman. Hij geeft de lijstjes en het boek aan de Kerstman, die nu met de hulp van de kerstelfen cadeautjes kan kopen en eind december bezorgen bij de kinderen en de mensen, die een lijstje hebben gestuurd.
In het paleis van Sinterklaas zijn ze op dit moment niet vrolijk. De pieten kunnen het Grote Boek en de gekopieerde verlanglijstjes nergens vinden. Ze hebben het hele paleis doorzocht, ze zijn weg. Sinterklaas zit met zijn handen in het haar. Hoe moet hij nu weten wat iedereen wil? Hij heeft al raad gevraagd aan de Goederaadpiet, maar die weet ook even niet wat ze moeten doen. Zonder verlanglijstjes en zonder namen kunnen ze niets.
De Zoekpiet is nog steeds bezig te zoeken. Opeens ziet hij een witte envelop op de grond liggen, achter een stoel. Hij maakt de envelop open, het is een verlanglijstje! Deze envelop is zeker op de grond gevallen, toen ze alle verlanglijstjes uit de postzak haalden.
Hij leest wat er op het lijstje staat.
Mijn verlanglijstje
Lieve Sint,
In deze tijd van het jaar,
heb ik mijn lijstje weer klaar.
Ik hoef dit keer geen marsepein en koek
en ook geen bon, cd of boek.
Maar ik heb een grote wens,
die geschikt is voor ieder mens.
Dit jaar graag een zak met blijheid
en een grote doos saamhorigheid.
Zou u dat ons willen geven?
Het is nodig voor een fijner leven.
De Zoekpiet leest het nog eens en nog eens. En denkt heel goed na, want misschien is dit de oplossing om toch aan de mensen en de kinderen iets te kunnen geven. Hij zoekt de Ideeënpiet op en vertelt zijn plan. Die is enthousiast.
Samen gaan ze met het verlanglijstje naar Sinterklaas.
‘Misschien weten wij een oplossing voor het probleem,’ zegt de Ideeënpiet en hij laat Sinterklaas het lijstje zien.
Sinterklaas leest het en zegt: ‘Dat is een mooie wens, maar hoe kunnen wij die vervullen?’
De Zoekpiet zegt: ‘In een dorp verderop woont een wijze man. De mensen gaan naar hem toe als ze problemen hebben. Bijvoorbeeld op hun werk of in hun relatie. Of met hun kinderen of een ruzie, die al zo lang duurt. De wijze man luistert naar ze en praat met ze en dan wordt er altijd een oplossing gevonden, zodat de mensen weer blij zijn en tevreden. Met die man moeten we eens gaan praten. Misschien kan die ons helpen.’
‘We kunnen het proberen,’ zegt Sinterklaas, ‘Zoekpiet, ga maar vragen of die man hierheen willen komen, zodat we hem om raad kunnen vragen.’
De wijze man is snel gevonden en hij wil graag helpen. Hij heeft een idee.
‘Als u een grote advertentie plaatst in alle kranten en huis-aan-huisbladen in het land, dan kunt u iedereen bereiken. U legt uit waarom u dit jaar geen cadeautjes kan kopen, omdat de verlanglijstjes weg zijn. Maar dat u iedereen toch iets wil geven. Iets waar iedereen wat aan heeft. En dan schrijft u dat ene verlanglijstje erbij.’
Sinterklaas denkt na. Dat is eigenlijk wel een goed idee. Met de hulp van de wijze man wordt er een advertentie opgesteld.
Lieve allemaal,
Tot mijn spijt kan ik jullie dit jaar geen cadeautjes geven, want alle verlanglijstjes zijn weggeraakt. Er is één verlanglijstje over. Daarin staat dat we allemaal wel wat blijdschap en saamhorigheid kunnen gebruiken. Als nu iedereen eens iets liefs doet voor een ander, als de ruzies nu eens uitgesproken worden en je weer goed bent op elkaar, dan wordt het vast nog een gezellige Sinterklaasavond. Met samen eten en spelletjes doen.
Eind december komt de Kerstman, die deelt ook cadeautjes uit. Willen julie je verlanglijstjes dan nog een keer insturen, maar nu naar de Kerstman? Dan krijgen jullie toch nog waar je om gevraagd hebt.’
Veel liefs van de Sint
De mensen lezen de boodschap van Sinterklaas en in veel gezinnen wordt het een avond om nooit te vergeten. Ze zijn aardig tegen elkaar, ruzies worden bijgelegd, kortom, het is overal gezellig.
En de Kerstman? Daar gaat het niet goed mee. Hij had al de gestolen verlanglijstjes van Sinterklaas, maar nu krijgt hij postzakken vol met nieuwe verlanglijstjes. Het lijkt wel of nu iedereen in het land een lijstje stuurt. De kerstelfen moeten overwerken om alles te kopen en in te pakken. Als alle lijstjes zijn afgewerkt, heeft de Kerstman geen geld meer om zelf kerst te vieren, omdat hij failliet is. En dat is zijn eigen schuld, had hij maar geen lijstjes van Sinterklaas moeten stelen. Nu heeft hij spijt en hij besluit om nooit meer zoiets te doen. Als zijn lijstjes weer weg zijn volgend jaar, dan bedenkt hij net zo’n mooie oplossing als Sinterklaas dit jaar heeft gevonden.