Zag voetsporen in de natte sneeuw,
maar ze gingen plotseling nergens meer heen.
Ze hielden in het niets zomaar gewoon op,
en toen stonden die van mij weer alleen.
Het is dat gevoel als bij een open deur,
niet wagenwijd, wel op een kier.
Wanneer je er te snel doorheen wil glippen,
is dit niet de gepaste manier.
Nu zie ik jou door mijn leven lopen,
misschien op de weg terug voor mij naar het licht.
Echter wanneer ik te lang ga aarzelen om je in te halen,
raak jij steeds verder uit het zicht.