Dozen vol vergeten namen
telefoonboeken, busroutes, almanakken
waarin de tijd zich heeft vastgezet -
insecten in barnsteen.
Alsof men een crypte betreedt:
elk nummer een grafschrift,
elke route een levenslijn -
opgeheven, lang vervlogen.
Kinderen spelen verstoppertje
tussen omgekeerde stoelen,
de sprekende stilte van
stiekem gemiste gesprekken.
In het holst van de kast
gekrabbelde notities,
een oude verjaardagskalender -
mottenbal masqué.
Houten koffers, leren riemen
kaartjes voor de tijdreis van de eeuw
de trein vertrekt, een stoomfluit blaast
ik zie een wolk van schimmen
verdwijnen op dit oude dode spoor.
Plots ben ik weer alleen
omringd door stof en schemer
binnen op de oude zolder
en buiten draait de wereld door.