Ons huis zo mooi,
Ook al lag er altijd overal zooi.
Schoenen naast de bank,
of op tafel genoeg flessen drank.
Een tuin met een huis er midden in,
en wat hadden wij het naar ons zin.
Een huis waar de lampen altijd aan staan,
en mensen elke ochtend in opstaan.
Samen of alleen,
dat was nooit een probleem.
Genoeg kamers om te zijn,
dat was altijd wel fijn.
Trappen races die fout gingen,
of mensen die achter de piano zaten te zingen.
3 kinderen zijn er in opgegroeid,
en tot (bijna) volwassenen gegroeid.
Ook een engeltje was erbij,
en keek van een afstandje mee vast blij.
Een thuis waar je jezelf kon zijn,
en in het weekend was er altijd genoeg wijn.
In de winter voor de open haard met veel zachts,
En als en worstenbroodje worden opgerold ‘s nachts.
Met de zomer buiten tussen de bubbels,
Al gaf dat ding met verschonen veel struggles.
Zoveel herinneringen hier,
en in al die tijd zo veel plezier.
Op zondag altijd fondue eten,
het huis stinkt dan altijd je moest is weten.
Zingend, springent door het huis,
of helpen met koken aan het fornuis.
Zonnen in de tuin,
ookal was die niet zo ruim.
Met een paraplu tegen de zon,
En dan blijven liggen tot ik niet meer kon.
Waterballen gevechten door de tuin,
En daarna moesten van papa het opruimen die puin.
Wel maakte hij een huisje voor ons om in te spelen,
Helaas moest ik hem wel delen.
Toen ik boos op papa was ging ik daar liggen,
En dan voor aandacht extra hard snikken.
Uiteindelijk mocht ik daar niet slapen,
En moest papa mij naar mijn bedje dragen.
Als een wasmachine werden we gedroogd, en kregen we een boekje voorgelezen zoals beloofd.
Maar helaas werd het huis te klein,
Ook al voelen we ons hier toch zo fijn.
Soms is het toch tijd,
Tijd voor een afscheid.
Dat mooie huis,
Dat noemen wij ons thuis.
Maar binnenkort is dat voorbij,
en dat maakt mij wat minder blij.
Een traantje hier een daar,
verhuizen is ook best zwaar.
Niet alleen lichamelijk,
maar juist emotioneel voornamelijk.
Want wat ga ik deze plek missen,
en daar kan ik me niet in vergissen.
Het mooie huis op de beukenlaan,
Ja het is helaas tijd om te gaan.
Nummer 17 was mijn thuis,
maar binnenkort ben ik naar een ander huis.
Naar een nieuwe plek,
dat voelt eerlijk best gek.
Een vreemde kamer,
en het wordt vollopig ook nog wel wat gehamer.
Een andere omgeving,
Het wordt ons een beleving.
Het boeren dorp Soest wou ik nooit wonen,
Ik wou daar absoluut niet zomaar komen.
Baarn was mijn plek,
En om dan nu naar Soest te gaan klinkt best gek.
Want dat huis is nog niet af,
maar gelukkig is dat voor papa geen straf.
Mama heeft daar straks ook haar eigen plek,
En er zal een oprit komen met een elektrische hek.
Zodat bijna alle auto’s er kunnen staan,
En meer ruimte zodat mama aan haar moestuin kan gaan.
Hopelijk voelt mijn thuis daar ook zo fijn,
en zullen we daar nog gelukkiger zijn.
Mijn huis kan ik niet mee nemen helaas,
en afgelopen jaar was ook hier mijn laatste Sinterklaas.
17 verjaardagen heb ik hier kunnen vieren,
En gelukkig genoeg jaren hier kunnen gieren.
Ook zal ik hier voor het laatst leverworst hebben gegeten,
Want op dat feestje van Heather is de laatste x dat ik die smaak heb beleven.
De plek gaat misschien dan weg,
Zo ver van de Kars is wel dikke pech.
Maar de mensen erin blijven gelukkig wel,
en we maken er vast nieuwe herinneringen heel snel.
Daarom neem ik nu afscheid van dit huis,
en ook gelijk mijn eerste thuis.