ik mis een paperclip, beste mevrouw.
Het gommetje dat naast het kopje lag,
en waar is toch het schilderij, de vlag?
In deze ruimte ademt enkel touw.
Onze vakantie versiert het gemoed,
en dan vooral jouw kusje of glimlach,
het ontwaken samen op een maandag.
Het is fijn dat nog iets de ruimte voedt.
De stenen vloer is niet hoe die kan zijn.
Ze balsemt niet mijn zwakkere gestel,
en slaat voortdurend keihard op me in.
Als u een paperclip heeft, zou dat fijn zijn,
want er reizen enkel brieven in mijn cel.
Gelukkig vormt zich nog een korte zin