Voor haar en al die anderen
Zeventien jaren had je,
een lach, een rode tas,
een toekomst die wachtte.
Een fietsrit naar huis,
na een nacht vol belofte,
op weg naar een morgen
die nooit zou komen.
Langs de weg
liet hij je achter,
om te vergeten —
maar jouw naam
mag nooit verdwijnen.
Je was niet de schuld,
niet de oorzaak,
niet de reden.
Jij deed niets verkeerds.
Jij was een jonge vrouw,
een mens,
een geliefde.
Je fietste naar huis,
zoals ieder ander.
Maar je kwam niet thuis..
Net als al die andere vrouwen
die nooit thuiskwamen.