Ergens vanbinnen
Ergens vanbinnen broeit het—
een geur die blijft hangen,
een lied dat trilt,
een blik die te lang kijkt,
een flard herinnering
die langs suist
als wind
door holle bomen.
Ik geef het woorden.
Het komt tot leven.
Woorden rekken zich uit,
gapen,
ademen,
schreeuwen.
Ruimtes openen
die eerder niet
bestonden.
Ik laat ze vrij—
in een gedicht,
in een verhaal,
op het web,
uit het donker
naar het licht.
Ik zie ze gaan—
zwevend,
dansend,
vliegend,
gedragen door de wind
naar onbekende ogen,
onbekende harten.
Ze zijn vrij.
Voor altijd vrij.