De spin
Tussen de eerste herfstbladeren
spint zij haar zilvergrijze web,
zacht als zijde,
glinsterend in de mist.
Elk draad vangt een druppel licht,
van de vroege ochtendzon
die voorzichtig door het grijs breekt,
terwijl de wereld nog slaapt.
Het web trilt zacht
in de adem van de wind,
een fragiel ritme van geduld en vertrouwen,
een kunstwerk van stille schoonheid.
De bladeren dwarrelen neer,
vangen zich in de zachte draden,
en de spin kijkt toe, onverstoord,
een stille hoeder van haar zilveren wereld.