In jouw bruine ogen
Zit een wereld verscholen
Kijkers die mij nooit hebben bedrogen
Bij jou klopt de wereld gestopt met dolen
Diamanten schitteren dof
Wanneer ik ze met jouw blik vergelijk
Ik versta nu de gedichten en de lof
Met jou in mijn leven ben ik pas waarlijk rijk
En ondanks dat jij een taal spreekt
Die ik nooit zal verstaan
Is er grenzeloos begrip wat nooit ontbreekt
En een weten dat jij zal volgen waar ik zal gaan
Waar onze klok anders tikt
En jouw jaren sneller voorbij snellen
Troost ik mij dat jouw tong die mijn gezicht likt
Tranen kan doen drogen of doen wellen
Tijdloos zijn de momenten Die op netvlies en in het hart zijn gebrand
De puurste vorm van wie ik ben
Wordt gekend door hem niet in mijn bed maar in zijn mand
En wanneer jouw vertrek zich aankondigen zal
Door jouw snellere vlucht in onze jaren
Rest slechts het eenzame pad in het dal
Met een verdriet dat ik alleen moet dragen
Maar ondanks die toekomst die ik voorzie
De ontoombare hand van tijd
Is ze eveneens de betekenis die
Liefde geeft zelfs al is het heden zijn toekomst kwijt