Ik liep in gedachten ,
en keek om me heen.
De rust deed mijn pijn verzachten,
maar ik voelde mij alleen.
Op het pad van eenzaamheid ,
hoorde ik plotseling een stem.
Ook al was ik de weg kwijt,
daar ontmoette ik hem.
Hij keek me aan,
en reikte zijn hand.
Ik ben met hem mee gegaan
en hij trok mij op hoger land