Lopend over wolken
Springend over god
Koeien worden gemolken
O, wat vredig deze stad
De stad van blauw
Stad zonder rouw
Niemand gaat dood
Iedereen houd van jou
Lachend over straat
Knipogend naar engelen
Gekleed in een goud gewaad
Neuriënd met de liederen
Gespeeld door aardige mensen
Die je vrolijk maken met muziek
Maar er zelf geen baad bij hebben
Zulke mensen zullen wij ons wensen
Stoppend voor de verrekijker,
Een muntje rolt vrolijk in het doosje
Daar blijft het maar een poosje
Want geld geef je daar niet uit
Het is meer een soort leen bruik
Na het geleend te hebben,
Krijg je het gouw weer terug
Hier arm zijn… lijkt me stug
Ik Sper mijn ogen wijd open
Zie ik daar andere mensen lopen
Door de verrekijker koekeloeren
Zonder een spiertje te verroeren
Kijk ik naar bene,
En zie geen weltevree
Grote tanks en geweren
Mama mag ik ook proberen?
Hoor ik zacht en vragend
Dat kindje was zeer wagend
Kinderen zijn de enige
Die daar beneden nog deugen
Uit hun mond geen leugen
Alles waarheid,
Kinderen deugen
Xxx werena