De junk
de kier trekt mij naar binnen
nieuwsgierig kijk ik rond en zie een junk
met z'n verslaving bezig. wanhoop druipt
hier van de muren, zelfs de muizen zijn
gevlucht
daar bij het raam zijn silhouet
beschenen door gebroken licht
dat vergeefs probeert hem te
verwarmen
hij kijkt me aan
mijn huid huivert
van de regen in zijn ogen
en zijn bittere lach
waar is dat kind in hem gebleven
dat kind van ooit
vol leven en besef
van eigenwaarde
niets is er nog over
hij haalt zijn gram
en weegt het wit
op spiegelend zilver
dan inhaleert hij
zijn adem verkringt het
gif uit zijn longen
en in staat van moord
blaast hij met de laatste trek
zijn leven
langzaam
uit
© Linda Bäcker
juli 2002