een kind klein en fijn,
kent alleen kommer en pijn.
liefde en tederheid,
zijn voor haar haat en onzekerheid.
IK HOU VAN JOU.
zijn verloren woorden,
die zij nooit hoorde.
genegenheid en geborgenheid,
zijn voor haar afwijzing en eenzaamheid.
een kind klein en fijn,
wil zo graag iemand zijn.
maar door te leven in vergetelheid,
is ze zich zelf kwijt.
§linda§