Toen onze Sint nog over de daken liep
Met zijn witte schimmel en zijn zwarte piet
Stond ik er op te wachten als kleine knaap
Met in mijn kloefje een wortel en een raap
In mijn bedje heel stil alsof ik reeds sliep
Loerde ik door het raampje in het geniep
En als mama keek naar haar kleine snotaap
Deed ik alsof ik reeds lag in diepe slaap
Voor die rode daken met schouwtjes vol rook
lag ik niet te waken als een klein stout spook
Maar ik wilde de sint eens aan het werk zien
Zoals men zei en niet met een vliegmachin(e)
Het leek er op alsof men mij iets verdook
ja nu groter geworden weet ik het ook
Doch al wat ik nu nog kan zeggen nadien
Ik had de sint toen beter toch niet gezien