Langs haar vingers
nagels mooi gerand,
in de spelende kaars
loopt mijn oog verloren op
de zacht gelooide rug:
haar hand.
Op haar arm door
de deur naar schouder
-gekleed in niemendalletje-
schuif ik mijn
gezwollen tong :
zij voelt mij komen !
Halt houden in haar ogen
bovenop een briesje mond;
haar hoofd een knikje krijgt
valt haar, als waterval opzij
en zie met één gebaar
wordt dit kind een vrouw.