er waren eens
twee vlindertjes
de vlindertjes voelden zich alleen
alleen in de drukke stad.
overal waar de vlindertjes vlogen
was pijn en verdriet
mensen werden bedrogen
maar huilen deden ze niet
de vlindertjes zagen een heel klein meisje
alleen in de drukke stad
ze wilde haar helpen
maar hoe doe je dat?
Meisje, Meisje!
wij willen je helpen!
kom met ons mee.,
zie je dat land daar, vol met schelpen?
prachtig prachtig!
zei het meisje
ze wilde graag met de vlindertjes mee,
dat land is nu haar paradijsje