Er was eens een vogeltje
en dat zocht een nieuw huis.
Het hoefde echt niet groot te zijn,
maar veilig als een kluis.
Hij zocht en zocht en zocht
en kwam toen aan in een woestijn.
Hij vond een mooie cactus,
daarin moest zijn huisje zijn.
Hij wroette en hij holde,
toen was zijn huisje klaar.
Hij zocht ook mooie meubeltjes,
maar nog was het huisje raar!
Toen vond hij nog een stukje hout
daarvan maakte hij een deur.
Toen was het huisje veiliger,
en hij kreeg van plezier een kleur.
Hij woont er nu al tijden,
en voelt zich er heel fijn.
Zijn vriendjes komen op bezoek
in het huis in de woestijn.