~~~
Het weer laat het toe om de vuile ramen te openen.
Regendruppels hebben zand dat ze meevoerden
achtergelaten op het vensterglas.
Niemand zal zich voor de lente wagen
aan de nutteloze taak ze te lappen.
Het verfrissende parfum van net gemaaid gras
komt door het kipraam mijn bureau binnengewaaid.
De tuinman heeft van de laatste zonnestralen gebruik gemaakt
om met de zitmaaier voor de laatste keer het gras te kortwieken.
De pokkeherrie van de duidelijk aan vervanging toezijnde zitmaaier
heeft plaats gemaakt voor kinderliedjes.
Ook al zijn de ramen vies en vuil,
toch zie ik rijtjes kleutertjes over het pad stiefelen richting zoo.
Als velletjes toiletpapier hangen ze aan elkaar.
Elke kleuter houdt zijn voorganger bij de jas vast.
De eerste heeft een kroontje op,
zij is waarschijnlijk jarig en mag
de hand van de juf vasthouden.
Zingend lopen ze onder mijn vuile bureauramen.
Als ik hun liedje mag geloven
gaan ze kijken naar de giraf,
het nijlpaard
de zebra en
de stoere leeuw.
De kinderlijke onschuld,
wat kunnen mij die vuile ramen schelen