Ik had een droom, een hele mooie droom.
Ik zat in de hoogste boom.
Ik kon zoveel zien.
Zelfs de kleinste stad en de schattigste kat.
Op een schaal van tien. Dit was het mooiste, dacht ik, dat ik ooit had gezien.
Maar toen kwam jij.
Jij liep daar mijn boom zomaar voorbij.
Ik had geen zin meer om in die hoogste boom te blijven.
En iedere keer liep jij daar.
Ja, het is nog steeds een droom, echt waar.
Ik wou je aanraken, knuffelen, wrijven.
Ik ga zakken, dacht ik toen.
Zakken, via de takken. Zo naar beneden.
Ik was zo tevreden want jij was bij mijn boom gebleven.
Ik werd toen wakker en mijn droom was voorbij.
Jij lag daar zo mooi naast mij. Te kijken in mijn ogen. En ik keek ook naar jou.
Op een schaal van tien was dit het allermooiste wat ik ooit had gezien.
Jij bent meer dan een droom voor mij.
Jij bent alles wat ik wou.