Mila in het concertgebouw
Mila, het avontuurlijke katje, is op zoek naar een nieuw avontuur. Ze loopt in het park en kijkt rond of er iets is wat ze interessant vindt. Aan de overkant van het park staat een heel mooi gebouw. Ze heeft dat gebouw al vaker gezien op haar tochten door de stad, maar nu valt het haar op hoe mooi en imposant het is. Ze ziet er veel mensen naar binnen gaan.
Mila besluit om ook eens een kijkje te gaan nemen. Ze loopt naar binnen, het valt niemand op. Ze is niet zo groot en ze zorgt er wel voor dat ze niemand aanraakt. Wat is het hierbinnen mooi, ze kijkt haar ogen uit. De mensen lopen naar een zaal met heel veel stoelen. Mila springt op een stoel om het beter te kunnen zien en ze kijkt verbaasd rond. Zoveel stoelen heeft ze nog nooit bij elkaar gezien. De zaal loopt langzaam vol. Maar gelukkig zijn niet alle stoelen bezet, achteraan is een lege rij stoelen. Daar gaat Mila naartoe en ze gaat op de stoel in het midden zitten, keurig rechtop. Ze ziet dat de deuren dichtgaan, de mensen worden stil. Helemaal voorin zitten op een podium mensen met muziekinstrumenten, ze ziet veel violen. Mila weet hoe ze heten. Ze heeft eens voor een muziekwinkel gestaan en in de etalage lag een viool. Ze hoorde toen iemand zeggen dat het een prachtige viool was.
Er komt een meneer met een stokje aanlopen, die voor de muziekinstrumenten gaat staan. Dat is zeker de baas, denkt ze. Hij tikt met dat stokje op een houten blad en begint ermee heen en weer te bewegen. De violen beginnen te spelen en daarna de andere muziekinstrumenten. Het klinkt prachtig! Vooral de violen vindt ze mooi. Ze herinnert zich opeens dat ze dit soort muziek al eens gehoord heeft bij de mensen, bij wie ze woont. Die hebben zo’n draaiding, daar leggen ze een plaat op en dan hoor je muziek. Dat was toen ook vioolmuziek, ze noemden het een vioolconcert. Er was toen iemand op bezoek, die er niet van hield en die noemde het kattengejank. Mila weet nog hoe verontwaardigd ze toen was, ze voelde zich persoonlijk aangesproken en was de kamer uitgegaan.
Nu hoort ze in dit gebouw ook een vioolconcert, veel mooier dan op die draaiende plaat. Ze doet haar ogen dicht en laat zich meevoeren op de klanken van de violen. Ze droomt dat ze in een kattenparadijs is, het is daar heel fijn, ze speelt met andere katten…
Opeens schrikt ze op, de mensen klappen hard en gaan staan. Het is zeker afgelopen en zo laten de mensen zien en horen dat ze het mooi vonden. Nou, zij vond het ook mooi, prachtig zelfs.
Ze gaat onder de stoel liggen wachten tot de mensen weg zijn en dan sluipt ze naar buiten. De volgende dag moet ze steeds aan die mooie muziek denken en ze besluit om weer naar het concertgebouw te gaan. Misschien is er wel weer iets moois te horen. Ze gaat erheen en ja hoor, ze ziet weer veel mensen het gebouw binnengaan. Net als gisteren sluipt ze naar binnen en ook dit keer is de laatste rij leeg. Mila gaat weer op de middelste stoel zitten. De meneer met het stokje komt, hij tikt even en daar beginnen ze. Hee, geen violen, maar iemand speelt op een piano. Dat het een piano is weet Mila, omdat haar mensen ook een piano hebben. Dit wordt dus een pianoconcert. Mila geniet weer met volle teugen.
Inmiddels heeft een journalist, die wat later binnenkwam, het katje op de stoel zien zitten en geboeid zien luisteren. Hij moet zijn mening geven over dit concert en er een stukje over schrijven voor zijn krant. Hij gaat zo zitten dat hij het katje in de gaten kan houden. Tot zijn verbazing blijf ze de hele uitvoering doodstil zitten en geniet ze zichtbaar. Na afloop ziet hij het katje niet meer, ze ligt inmiddels weer onder de stoel te wachten tot ze kan wegsluipen.
De journalist heeft zijn stukje klaar. Boven zijn beoordeling van het concert staat met grote letters:
Ook de dieren genieten van deze prachtige muziek!
Daaronder staat een foto van Mila, die op de stoel zit te luisteren.
De volgende dag is er weer een concert. Mila is op tijd naar het concertgebouw gegaan. Veel mensen hebben het stukje over het muzikale katje gelezen. Ongezien naar binnen glippen is er nu niet bij, de mensen kijken zoekend rond, ze wordt al snel gezien. De journalist is er ook. Hij zegt: ‘Mensen, laat dat katje nou met rust, maak haar niet bang, zodat ze wegrent. Laat haar rustig naar binnen en naar haar stoel gaan.’
Gelukkig luisteren ze naar hem en kan Mila naar haar stoel zonder dat iemand haar lastigvalt. Wel kijken ze af en toe naar haar, maar als ze zien hoe ingespannen ze luistert, gaan ze zelf ook luisteren naar de prachtige muziek.
De volgende dag komt Mila op straat vier katten tegen waar ze bevriend mee is. Die katten zijn vaak op straat, hun mensen hebben ook een kattenluikje in de deur gemaakt, zodat ze kunnen gaan en staan waar ze willen.
‘Hé Mila, we hebben je gemist. Ben je weer op avontuur?’
‘Hoi, ik heb weer wat gevonden. Daar ga ik een poosje elke dag heen.’
‘O ja? Waar is het dit keer? ‘
‘Jullie zullen het niet geloven, maar ik ga elke dag naar het concertgebouw om naar mooie muziek te luisteren. Je weet niet wat je hoort, zo prachtig.’
‘Naar muziek luisteren in een gebouw? Dat kan je toch overal, de radio staat op heel veel plaatsen aan.’
‘Maar deze muziek in een zaal is zo mooi, die hoor je niet vaak op de radio.
Weet je wat? Waarom gaan jullie niet een keer mee?’
De katten kijken elkaar aan.
‘Ach, waarom niet. We willen ook weleens horen wat er zo mooi aan is.’
‘Oké,’ zegt Mila, ‘Maar jullie moeten me beloven dat je stil bent en niet gaat miauwen, ook al vind je er niets aan. En jullie moeten wachten tot het afgelopen is.’
‘Ook als we het niet mooi vinden?’ vroeg een kat.
‘Nou, als je belooft, dat je doodstil wegsluipt, als je er niets aan vindt, dan kan dat wel.’
De volgende dag zijn Mila en haar vriendjes op tijd bij het concertgebouw. Bij de ingang zien ze dat de mensen opzij gaan voor Mila, zodat ze rustig naar haar stoel kan lopen. De mensen kijken verbaasd, want er lopen achter Mila nog vier katten. Ze gaan naar de laatste rij die ook dit keer leeg is. Mila gaat weer in het midden zitten en links en rechts van haar zitten twee katten. Er zitten nu vijf katten keurig naast elkaar te wachten op de muziek. Dit keer is het weer een vioolconcert. Als de muziek speelt kijkt Mila af en toe even naar haar vriendjes. Ze zitten doodstil te luisteren en ze kan zien dat ze het mooi vinden. Na afloop blijven ze nog even zitten en zeggen ze tegen Mila: ‘Wat was dat prachtig! We hebben genoten en willen hier vaker heen, samen met jou.'
‘Dat kan,’ zei Mila, ‘maar ook zonder mij kunnen jullie hiernaartoe gaan, hoor. Want je weet het, na een poosje wil ik weer een nieuw avontuur beleven.’
Vanaf die tijd is er in dit concertgebouw altijd een lege laatste rij. Die stoelen zijn bestemd voor de katten, die af en toe komen luisteren. Ook Mila blijft dit af en toe doen, als ze weer eens zin heeft om naar prachtige muziek te luisteren en te dromen over het kattenparadijs.