Er is iets in het glimmen
van de Truiense appel.
Fluisterend in de winter,
hoe bast ‘n tak zich klaarmaakt,
de knop zorgend te kiemen.
Herademend tot helende bloei,
ten volle in de Truiense zon
als roze-witte pareltjes
- een Haspengouwse engelendans -
in het opkomend lentegroen.
Rijpend in zomergeel licht,
de groene appel stroomt vol,
vol van Truiens Haspengouw,
pur sang - hemels – gastvrijheid.
Glimmend in jouw landschap,
- Oh fruitig Sint-Truiden! -
stroom ik vol.
Er is iets in het glimmen van de Truienaar.